Bij ANVA vinden we het zeer belangrijk hoe onze medewerkers zich voelen. Niet alleen op de werkvloer, maar ook daarbuiten willen we dat onze medewerkers zo lekker mogelijk in hun vel zitten. Dit checken wij wekelijks middels een korte enquêtevraag. Onlangs hebben wij hier langer bij stilgestaan met een onderzoek over Duurzaam Werkgeverschap, ontwikkeld door 2DAYSMOOD en Universiteit Utrecht. We willen graag inzicht in met hoeveel plezier onze collega’s zowel productief kunnen zijn en voor langere termijn bij ANVA willen blijven werken. Met deze positieve strategie zullen we als ANVA sneller onze doelen bereiken en overtreffen. We zijn trots te kunnen melden het certificaat Duurzaam Werkgeverschap te mogen hebben ontvangen.
Het certificaat wordt gegeven aan werkgevers met een bovengemiddeld goed werkklimaat voor hun medewerkers. Dit werkklimaat wordt gemeten met zes drijfveren: werkdruk, cohesie, extra rolgedrag, doorgroeimogelijkheden, ondersteuning van management en betrokkenheid. Door de Future of Work Hub van Universiteit van Utrecht is hier een verwachte standaard, ook wel benchmark genoemd, voor ontwikkeld. Hierin zijn gegevens van 11.000 medewerkers van 259 bedrijven in negen EU-landen binnen zes economische sectoren geanalyseerd. Met dit onderzoek kan worden vergeleken hoe goed ANVA scoort ten opzichte van vergelijkbare organisaties in Europa.
Martin Meulenkamp van 2DAYSMOOD heeft het certificaat aan ons overhandigd. Initiatiefnemers Daan van der Lugt en Naomi Roelofsen namen deze namens alle medewerkers van ANVA in ontvangst. “De ontwikkeling van ANVA als organisatie wordt gevormd door onze collega’s. Het is belangrijk om elkaars drijfveren echt te begrijpen om goede resultaten te blijven boeken.” zegt Daan. Naomi vult aan “De inzichten van deze enquête zijn een waardevolle verdieping om collega’s te helpen in hun vakgebied en loopbaan.”
Uiteraard blijven we ons ontwikkelen op het gebied van werkgeluk en Duurzaam Werkgeverschap. De komende maanden gaan we in gesprek met onze collega’s om de verschillende aandachtsgebieden te bespreken.
