Op 12 april 2019 ondertekenden het Verbond van Verzekeraars, de NVGA, Stichting SIVI en softwareleveranciers, waaronder ANVA en Solera, een letter of intent om te starten met de verbetering van datakwaliteit in de verzekeringsbranche. In gesprek met Jaap de Louw (directeur intermediaire distributie bij Avéro Achmea) en Jorg Roodbeen (CEO bij Klap Verzekeringsmakelaar) spreken we over de noodzaak van deze verbetering.
In 2013 heeft De Nederlandsche Bank (DNB) een assessment gehouden waarbij uit toetsing van rapportages bleek dat de verzekeraars in het volmachtkanaal niet voldeden aan de vereisten rond datavastlegging. Naast dat het van groot belang is dat we controle behouden over de kwaliteit van data, moet men ook het portefeuillemanagement goed kunnen uitvoeren”, start Jaap de Louw. Het behoud van datakwaliteit is niet alleen nodig om te voldoen aan de toetsing door DNB, maar ook om als volmacht de juiste terugkoppeling te kunnen geven aan een verzekeraar.
Door deze constatering startten de uitbestedende verzekeraars in 2014 met het vormen van de Werkgroep Datakwaliteit Volmachten om de op dat moment 14 miljoen onderkende data issues zoveel mogelijk terug te brengen. Daarbij werd bijvoorbeeld een cataloguswaarde behorende bij een autoverzekering of een postcode bij een opstalverzekering aangevuld. Dit type harde, ontbrekende data zorgde ervoor dat een herverzekeraar geen cumulatierisico kon bepalen en een verzekeraar niet aan zijn verplichting in het risicoverslag richting DNB kon voldoen. Jaap: “Ondanks dat we in ruim drie jaar tijd enorm veel data issues hebben kunnen oplossen bleek de medewerking vanuit de branche nog te vrijblijvend. Met deze boodschap ben ik in 2017 teruggegaan naar het Verbond en de NVGA. Er is destijds met veel energie gewerkt en we hebben zo’n 60 procent terug kunnen brengen, maar de eindstreep zouden we op deze manier niet bereiken”.
Project UIV is niet het eerste traject dat zich richt op de datakwaliteit binnen de verzekeringsbranche. “De overtuiging van alle partijen in de keten en het geloof in een duurzaam voortbestaan maakt dit traject anders dan anders”, vertelt Jorg Roodbeen. “Dat kan niet vanaf één kant, daar hebben we alle partijen voor nodig. Bovendien willen we, los van politieke belangen, het probleem op een duurzame manier voor eens en altijd oplossen. Onze ideeën, plannen en constateringen zijn uitgewerkt in een definitieve inrichting van de stichting en de financiering”. Door inzichtelijk te maken wat het project UIV inhoudt en hoeveel tijd en middelen het kost kon het totaalbedrag aan de hand van een objectieve formule omgeslagen worden tot een bedrag per deelnemer. Jorg: “Op deze uitwerking hebben nagenoeg alle verzekeraars en volmachten aangegeven hun bijdrage te leveren. Aanvullend investeren systeemhuizen in de aanpassing van de software. Ik ben blij te zien dat de volmachtmarkt inziet dat dit een bijdrage is die we moeten leveren én dat dit waar naar zijn geld is”.
ANVA is een belangrijke partij bij de uitwerking van de route binnen dit programma. Jaap: ‘’ANVA’s directeur Roel van Dijk haakte in het begin van dit traject zeer constructief aan bij de uitwerking van Stichting SIVI, dat was geweldig! Door deze snelle schakeling besloten we al snel dat we ook de andere systeemhuizen konden benaderen. De samenwerkingen met systeemhuizen waarderen wij enorm. We realiseren ons goed dat we een groot appel doen op ieders flexibiliteit en jaarkalender”.
Dat Jaap aan de start van de Werkgroep Datakwaliteit Volmachten het verloop van het project UIV niet verwacht had is logisch. “Nog altijd voelt deze samenwerking als een intellectuele uitdaging en ik denk dat mijn mede-stichtingsbestuursleden dat ook zo voelen. Ik ben trots op de resultaten die we tot nu toe behaald hebben en de vele successen waarvan ik overtuigd ben dat ze nog volgen. Dit traject gaat heel veel effifficiëntie opleveren”. Jorg sluit zich daar bij aan: “In eerste instantie voelt het als veel werk waar niet om gevraagd is. Primair levert het ons allen een duurzame volmachtsmarkt met een toekomst op, dat lijkt mij het meest fundamentele. Bovendien is het onderdeel geworden van de kwaliteitsnormering van de NVGA. Wacht dus niet lang meer, start morgen en pak het gedisciplineerd aan!”.